De vergrijzing van de samenleving en de veranderende arbeidsmarkt vragen om nieuwe regelgeving rondom pensioenen. De levensverwachting stijgt, we blijven langer doorwerken en het idee van een ‘baan voor het leven’ wordt steeds minder gebruikelijk. Met dit in gedachte wil de overheid de pensioenwet wijzigen. Het doel: een persoonlijker, flexibeler en transparanter pensioen dat nauwer aansluit bij de behoeften van werkgevers en werknemers.
Op 30 mei 2023 stemde de Eerste Kamer in met het wetsvoorstel. De wet zal op 1 juli 2023 van kracht worden. Pensioenuitvoerders krijgen tot 1 januari 2028 de tijd om bestaande pensioenafspraken aan te passen aan de nieuwe regels.
Hieronder delen we de belangrijkste informatie met betrekking tot de aanstaande veranderingen.
CAO versus eigen beheer
Bij het regelen van de pensioenregeling voor uw werknemers is het belangrijk om te weten of uw bedrijf onder een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) valt of dat u zelf verantwoordelijk bent.
- Valt uw onderneming onder een CAO? Dan zullen werkgeversorganisaties en vakbonden nieuwe afspraken maken over het pensioen. Zorg ervoor dat u goed geïnformeerd bent over de wijzigingen en de impact ervan op de pensioenregeling binnen uw organisatie;
- Regelt u zelf de pensioenregeling? Dan is het zaak om samen met een pensioenadviseur en -aanbieder nieuwe afspraken te maken die voldoen aan de vereisten van de nieuwe pensioenwet.
Wat gaat er veranderen?
De nieuwe pensioenwet brengt een aantal veranderingen met zich mee. We zetten de voornaamste veranderingen voor u op een rij:
Gelijkblijvende pensioenpremie
In het nieuwe pensioenstelsel wordt een vlak premiepercentage van maximaal 30% geïntroduceerd voor nieuwe deelnemers. In tegenstelling tot het huidige systeem, waarin de premiepercentages hoger kunnen zijn voor deelnemers in oudere leeftijdscategorieën, zal het maximale premiepercentage elke vijf jaar worden herzien en automatisch worden aangepast, tenzij er aanzienlijke schommelingen zijn. Bovendien wordt de mogelijkheid om extra premie in te leggen niet meer afhankelijk van de leeftijd en komt de toetsing op bovenmatig pensioen (eventtoets) te vervallen. Deze veranderingen zorgen voor meer gelijkheid en flexibiliteit.
De ‘DC-regeling’
In het nieuwe pensioenstelsel zal de ‘DC-regeling’ de enige toegestane regeling zijn. De afkorting DC staat voor ‘Defined Contribution’ (vastgestelde premie). Dit betekent dat de pensioenpremie vaststaat, maar de hoogte van de pensioenuitkering niet. Het pensioenresultaat is dus afhankelijk van beleggingsrendementen en andere factoren.
Mogelijkheid tot compensatie
De bestaande premieregelingen kunnen ongewijzigd worden voortgezet. Er wordt dan overgegaan naar één nieuwe maximale premiestaffel, waaronder de bestaande staffel moet blijven. In het geval van een overstap naar een vlakke premiesystematiek voor bestaande deelnemers kan er compensatie nodig zijn. Als werkgever heeft u de keuze om twee verschillende premies te hanteren of volledig over te stappen naar de gelijkblijvende staffel.
Om bestaande werknemers te compenseren, is er tot 31 december 2036 een extra fiscale ruimte van 3% beschikbaar. Deze maatregelen bieden werkgevers flexibiliteit bij het aanpassen van bestaande premieregelingen en het waarborgen van een passende overgang naar het nieuwe pensioenstelsel.
Regels nabestaanden- en wezenpensioen
Het nabestaandenpensioen wordt in de nieuwe pensioenwet gestandaardiseerd. Dit betekent dat wanneer een werknemer van werkgever en pensioenregeling verandert, het nieuwe nabestaandenpensioen beter aansluit op de pensioenregeling van de vorige werkgever. Tijdens actieve dienst wordt maximaal 50% van het salaris gedekt als nabestaandenpensioen en 20% als wezenpensioen. Er wordt nog gesproken over de dekking voor nabestaanden na uitdiensttreding.
Daarnaast wordt het wezenpensioen altijd verdubbeld in geval van overlijden van beide ouders (volle wezen). Daarnaast worden er standaardcriteria voor het definiëren van een partner en een vaste eindleeftijd van 25 jaar voor het wezenpensioen geïntroduceerd. Opgebouwde rechten blijven behouden en hoeven niet te worden verrekend met de nieuwe regeling of op een andere manier te worden geïntegreerd. Ook de bestaande 100%-restitutie lijkt mogelijk te blijven.
Deze maatregelen zorgen voor meer uniformiteit en duidelijkheid in het nabestaandenpensioen.
In één keer deel van het ouderdomspensioen opnemen
Deelnemers krijgen in het nieuwe pensioenstelsel de mogelijkheid om op de pensioendatum een bedrag van maximaal 10% van het ouderdomspensioen in één keer op te nemen. Deze optie staat bekend als een ‘lump sum’-uitkering. Er zullen wel regels van toepassing zijn op deze mogelijkheid. Wie die regels precies inhouden, is nog niet bekend.
Verplicht pensioen opbouwen vanaf 18 jaar
Het nieuwe pensioenstelsel heeft ook impact op de pensioenopbouw van jongeren. Waar jongeren momenteel meestal pas vanaf 21 jaar pensioen opbouwen, wordt dit in de nieuwe wet verplicht gesteld vanaf 18 jaar. Bovendien worden er verbeterde regels geïntroduceerd voor zzp’ers en uitzendkrachten. Hierdoor krijgt een groter aantal werkenden de mogelijkheid om pensioen op te bouwen.
Deze maatregelen streven naar een inclusiever en toekomstbestendig pensioenstelsel.
Up-to-date met Bovi & Ox
Wij houden u graag op de hoogte van de laatste wijzigingen rondom deze wetswijziging. Heeft u vragen over de nieuwe pensioenwet? Bovi & Ox en partners staan u graag te woord.